CHINEZEN OP KATENDRECHT

by | confusion

Chinezen eten alles wat beweegt. En wat ze eten, eten ze van kop tot kont. Wilde katten, kwallen, slangen en ook honden willen de weg naar de wok nog wel eens vinden. En er mag niets worden verspild. Ze hebben geleerd om altijd zuinig met alles – grond, vuur, voedsel – om te springen. Een akker van 16 hectare bracht in de jaren dertig van de vorige eeuw voldoende op om 240 Chinezen, 24 ezels en 24 varkens te voeden. In de Verenigde Staten was dat nog te weinig voor één gezin. Toch was in de tweede helft van de negentiende eeuw een migrantenstroom op gang gekomen. Er was grond te weinig om al die Chinese monden te eten te geven. Een uittocht begon.

Het zou nog een jaar of zestig duren voor dat de eerste Chinees voet aan wal in Nederland zette. In 1911 kwamen de eerste Chinezen in Nederland aan, geronseld door Nederlandse rederijen, die met het aanmonsteren van Chinezen op hun schepen de staking van Nederlandse zeelieden braken. De Chinezen werden geworven in Engeland (Londen en Liverpool) waar al Chinezenkolonies waren. Ze werden ingezet als stoker of als kolentremmer. Tussen het af- en aanmonsteren woonden de zeelieden in Chinese logementen op het Rotterdamse Katendrecht. Dit schiereiland tussen de Maas- en Rijnhaven groeide uit tot een echt Chinatown, het grootste in Europa. Met de zeelieden kwamen ook de Chinese neringdoenden. In 1914 vestigde zich een Chinese sigarenwinkelier op Katendrecht. Hij wordt tevens de  eerste ‘boardingmaster’, de connectie tussen rederij en zeeman. In 1922 woonden er ongeveer 500 Chinezen op Katendrecht verdeeld over een veertigtal ‘boardinghouses’, die gedreven werden door zes boardingmasters of hun bevriende relaties. Het werkte als volgt: de ‘boardingmasters’ boden onderdak en voedsel aan afgemonsterde zeelieden. Bovendien bemiddelden ze met de rederij voor hun gasten voor een volgende reis. Het geld voor kost en inwoning werd afgetrokken van de vooruit betaalde gage.

Tijdens de crisis ging het slecht met de scheepvaart. Er was geen werk voor de Chinezen. De schulden bij de boardingmaster, die geen werk voor zijn gasten wist te vinden, liepen hoog op en hij moest maar afwachten of die schuld ooit afbetaald kon worden. Tijdens de crisis wordt uit noodzaak de ‘pindachinees’ geboren. Met zijn trommel gesuikerde pinda’s en pindarepen (teng-teng) wist hij een bescheiden inkomen bij elkaar te scharrelen. Om in zijn onderhoud te voorzien en iets bij elkaar te sparen om later zonder gezichtsverlies naar China te kunnen terugkeren. Een tijd lang waren die pindamannetjes vast onderdeel van het straatbeeld. Die hype was echter snel voorbij en de pindachinezen met hun trommeltjes verdwenen weer uit het straatbeeld.

© Chineasy | Shaolan Hsueh & Noma Bar | mouth + saliva + taste, flavor of food

Na de sigarenhandelaar vestigden zich Chinese wasserijen, een Chinese apotheker, gokhuizen en opiumkitten op Katendrecht. In 1922 opent aan de Delistraat 18 Chong Kok Low – Eethuis uit het Middenrijk – haar deuren. Het is het een van de eerste Chinese restaurants in Nederland. Wie zich nu precies ‘het eerste Chinese restaurant van Nederland’ mag noemen is niet echt duidelijk. Door radio Rijnmond wordt restaurant Wae Hing Lau met als eigenaar Tsjang Kam Soi genoemd. Tsjang Kam Soi was in ieder geval boardingmaster gevestigd aan de Delistraat, waar zich het restaurant bevond is onduidelijk. Restaurant Tjong San Lao (Delistraat 24) afficheerde zichzelf als ‘eerste van Nederland’. Volgens sommige bronnen bestonden zowel Tjong San Lao en Chong Kok Low al voor 1922. Maar in 1920 was er al een restaurant Chang Ling.

Het restaurant Chong Kok Low – waarvan de Katendrechtse kunstenaar Dolf Henkes nog een wandschildering van het interieur maakte – bestond tot 1976 en ligt dus nog goed in het geheugen van menig Rotterdammer. Wat de Rotterdammers niet wisten was dat het restaurant het front was voor een Chinees gokhuis. De eigenaar van Chong Kok Low was getrouwd met een Nederlandse vrouw. Die trouwerij heeft nogal wat voe-ten in de aarde gehad. De Nederlandse ambtenaren wilden dit interraciale huwelijk niet sluiten. Dat gebeurde pas na het derde kind. Gemengde huwelijken kwamen nogal eens voor, want de Chinezen – hoewel een gesloten gemeenschap – lagen niet slecht bij de bevolking van Katendrecht. In 1922 staat in het magazine Het Leven een foto van ‘John Chinaman’ en zijn dochter. Het kind vertoont duidelijk westerse trekken.

© Chineasy | Shaolan Hsueh & Noma Bar | water + sailor + water and fire, disaster

‘Bij de Chinezen moe je niet weze’, was de stelregel in het Rotterdam van voor en kort na de oorlog. Dus slechts een enkele Westerse durfal wist de deur naar de onvervalste Chinese keuken van Chong Kok Low of Tjong San Lao te vinden.

Vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw groeit het aantal Chinese restaurants in Nederland echter onstuimig. Op het hoogtepunt in de jaren zeventig heeft ieder dorp zijn eigen (afhaal)chinees. Maar ook het karakter van de restaurants verandert. De groei van het Chinese restaurant werd ingezet met de komst van de Indische Nederlanders en ‘onze jongens’ die terugkwamen van de politionele acties in Nederlands-Indië. Zij zijn gewend aan pittig eten en gaan tot de vaste klantenkring van de Chinese restaurants behoren. Daarmee is het Chinees-Indische restaurant geboren. De Chinezen gaan zich toeleggen op de Indische keuken. Kijken de kunst af bij andere Indische restaurants of nemen Indische kokkies in dienst. Ze veranderen wel iets aan de ‘van huis uit’ zeer gekruide Indische keuken: ze maken hem minder pittig en daarmee toegankelijk voor de Nederlandse smaak. De pit moet je zelf aan het eten toevoegen – ‘Sambal bij’.

Op Katendrecht is veel veranderd. Het Chinatown bestaat al sinds 1940 niet meer. Veel zeelieden hadden weer een baan gevonden en 1000 Chinezen werden op kosten van de Nederlandse staat op transport gezet naar Hongkong. Uiteraard blijven er Chinezen achter maar ze verdwijnen in de multiculturele smeltkroes die Katendrecht heet. Inmiddels is de prostitutie, die er in de jaren tachtig van de vorige eeuw welig tierde en tot overlast leidde, volledig verbannen. Katendrecht heeft een facelift gekregen en is nu een culinaire hotspot. Maar het is er niet meer iedere dag zaterdag, zoals dat voor de Tweede Wereldoorlog het geval was en waar nog veel oudere Rotterdammers met heimwee aan terugdenken. We vinden er nog maar één Chinees restaurant – Wing Wah in de Atjehstraat – dat ook al ten prooi is gevallen aan de all-you-can-eat-formule. De restaurants hebben zich van Katendrecht verplaatst naar de omgeving van de West Kruiskade, waar je een smeltkroes vindt van Aziatische en Surinaamse restaurants en winkels. De multiculturele samenleving lijkt daar uitstekend geslaagd.

© Chineasy | Shaolan Hsueh & Noma Bar | fire + to eat + burning hot

De Chinese restaurantscene is in Nederland in de loop der jaren trouwens behoorlijk veranderd. Het Chinees-Indische restaurant is naar de marge verdwenen. Sommige restaurants leggen zich toe op ‘echt Chinees’. Weer anderen op de Japanse keuken of een combinatie van beide. En ongeveer 95 procent van alle sushi-restaurants is in handen van Chinezen. Geld verdienen is nu eenmaal belangrijk voor Chinezen en dan leer je je aanpassen. Kwam het merendeel van de Chinezen voorheen uit het moederland of kwam men met de Indische Nederlanders mee uit Indonesië, tegenwoordig is ook een flink aantal Chinezen afkomstig uit Suriname, waar zij met hun handelsgeest overigens ook een grote invloed hebben gehad op de Surinaamse keuken. Die Chinezen brengen een nieuw element in het (afhaal)restaurantlandschap: het Surinaams-Javaans-Chinese eethuis met als culinair hoogtepunt het broodje pom.

© Chineasy | Shaolan Hsueh & Noma Bar | tree + idiot + aftertaste

Voor de liefhebbers die in Rotterdam nog eens echt willen gaan ‘Chinezen’: kies voor een van de grote zaken aan of bij de West Kruiskade. Kijk binnen of er Chinese gasten zijn. Ga dan naar binnen en vraag om de dimsumkaart. Dimsum, kleine hapjes die eigenlijk bij de middagthee horen, zijn lekker en niet al te kostbaar. Je kunt een regiment verschillende soorten laten aanrukken en op deze manier de rijkdom van de Chinese keuken proeven. Alle denkbare kooktechnieken worden gebruikt voor het maken van die kleine heerlijkheden: stomen, frituren, bakken, stoven.

Zo’n kaart bekijken is voor de gemiddelde Nederlander wat ‘confusing’ vanwege de omvang èn vanwege voor ons soms vreemde ingrediënten, zoals kippenklauwen, gefrituurde darm, rundermaag, eendentongetjes en de zwempootjes van de eend. Alhoewel, zo confusie lijken die ingrediënten niet meer. Laatst vond ik nog een recept voor Chinese rijsttafel – ja, rijsttafel – met eendentongetjes als eminent onderdeel. Op de website van 24Kitchen.

© Chineasy | Shaolan Hsueh & Noma Bar | woman + argument + adultery

De illustraties bij dit artikel zijn Chinese karakters in ‘Chineasy’, een poging om door middel van eenvoudige tekeningen de notoir ondoorgrondelijk Chinese karakters toegankelijk te maken. Chineasy is een project van de Engelse venture capital investor ShaoLan Hseuh en illustrator Noma Bar.

<iframe width="1278" height="719" src="https://www.youtube.com/embed/7TYA0I8Eu2s" frameborder="0" allowfullscreen></iframe>

In een aantal decennia is de afhaalchinees een begrip geworden in Nederland. Maar hoe Chinees is een Chinees restaurant eigenlijk? Prof. dr. Timo de Rijk (TU Delft/Universiteit Leiden) betoogt dat we in feite al jarenlang door “de Chinees” gefopt worden – al willen we er zelf ook wel erg graag in geloven!

Keep RUPS alive

FOOD NEEDS TO BE FRESH. THOUGHTS ALSO. BE FRESH, SUPPORT RUPS.

RUPS

RUPS GASTROSOFISCH PERIODIEK

FOUNDED 2015

 

A PERCOLATOR FISH CONCEPT

 

 

RUPS

Wil je meer van dit soort verhalen lezen?

 

Abonneer je dan op onze onregelmatige nieuwsbrief en blijf op de hoogte.

Dank je wel voor je inschrijving

Pin It on Pinterest