MET APHRODITE AAN TAFEL
Geslachtsdrift-stimulerende middelen – ook wel afrodisiaca – zijn zo oud als de mensheid. ‘Maar’, stelt wijlen de Belgische arts en kruidenkenner Paul de Bon ‘van geen enkel afrodisiacum dat in de loop der eeuwen werd beschreven kan echter een objectieve farmacologische werking bewezen worden.’ In een samen met Paul Geerts geschreven artikel op de website gezondheid.be (waarvan dit artikel een bewerking is) duikt De Bon in de geschiedenis van ingrediënten met een lustopwekkende reputatie. Spoiler: zelfs de aardappel had vroeger een erotisch imago.
©
closed open dressed
from ‘Aphrodite’s cupboard’
a photo series by Manuela Tjarkina Vermeeren
Het woord afrodisiaca is afgeleid van de Griekse godin Aphrodite, de godin van de vruchtbaarheid, de zinnelijke liefde en de schoonheid. Vreemd als het voor velen mag klinken: traditioneel wordt orgaanvlees zoals niertjes, testikels en zwezerik maar ook merg (dat in het Frans trouwens amourette heet) als afrodisiacum beschouwd. Hetzelfde geldt voor oesters, kreeft, kaviaar, truffels en diverse paddenstoelen, waaronder morieljes en Shiitake. Ook de consumptie van wild zou de lust opwekken, in het bijzonder die van duif en fazant – wellicht, schrijven De Bon en Geerts, omwille vanwege hun ‘verliefd’ gedrag in de paringstijd. Eveneens lustopwekkende kwaliteiten worden toegekend aan en de meest uiteenlopende kruiden en specerijen en aan sommige groenten zoals asperges, selderie en artisjok – waarschijnlijk vanwege hun vorm (waarover later meer).
Afrodisiaca kennen een lange geschiedenis. Al in oud-Indische medische manuscripten staan teksten als ‘hoe meer iemand gezuiverde, ontbolsterde sesamkorrels, geweekt in mussenbouillon drinkt, des te flinker hij bij het geslachtsverkeer zal zijn’ of ‘het poeder van de Ipomea Digitata, gekookt met melk en boter maakt een man fit voor tien cohabitaties’. En in de befaamde Kamasoetra staat te lezen dat ‘iemand die sesamkorrels gebruikt, herhaaldelijk geweekt in melk waarin bokkentestikels werden gekookt, in staat is honderd vrouwen te bevredigen’. Zo simpel kan het zijn, dus. Specerijen zoals (staart)peper, gember, saffraan en nootmuskaat, maar ook boter, bonen en knoflook in combinatie met de testikels van bokken of stieren of klierafscheidingen van bronstige olifanten (sic) maken in het oude Indië standaard deel uit van ‘minnedranken’, aldus de auteurs.
found in ‘Aphrodite’s cupboard’
nootmuskaat
Liefdesappel
Ook Marco Polo schreef al over de miraculeuze krachten van exotische specerijen. Colombus, aangespoord door de lectuur van Marco Polo, ging niet alleen op zoek naar goud, maar ook naar de door Polo geroemde en geprezen kruidnagel die naar diens zeggen wonderen kon verrichten als afrodisiacum. Columbus nam gedurende zijn reizen zo’n 60 planten mee waarvan hij dacht dat ze een afrodisiacum waren. Zo werd uiteindelijk de tomaat door de Spaanse veroveraar in onze streken geïntroduceerd als liefdesappel (‘pommo d’amore’), met de potentie om het liefdesspel te verlengen. Zelfs de aardappel had vroeger een erotisch imago. Naarmate beide groenten een plaats in de alledaagse volkskeuken veroverden, sleet echter hun potentie-verhogende reputatie.
found in ‘Aphrodite’s cupboard’
aardappel
In West-Europa, waar de christelijke moraal impotentie beschouwde als een straf van God voor het lichaamsdeel waarmee men gezondigd had, werden afrodisiaca eerder verboden dan aangeprezen. Vanaf de Renaissance wordt het denken over impotentie weer wat vrijer en wordt de kwaal weer ‘behandeld’. Volgens De Bon en Geerts geneest de destijds beroemde Franse arts Tissot in 1774 een impotente baron met een dieet van quinine-schors, madeira, geitenmelk met suiker en oranjebloesem, vleesschotels en Bourgognewijnen. Daartussen rust, afgewisseld met koude baden en wat lichaamsbeweging. De kuren van een zekere dokter Riolan uit het begin van deze eeuw bestonden eveneens uit een allerminst sober dieet van geroosterd vlees, vleesbouillon, vis, schaal- en schelpdieren, truffels, ajuin, asperges, artisjokken en kruiden, afgewisseld met koude douches, massages met zout water en eau de cologne én fysieke inspanning.
Sater, de liefdesgod
De lijst van kruiden waarvan wordt aangenomen dat ze een stimulerende werking op het seksuele vermogen hebben, schrijven de auteurs, is bijna onuitputtelijk. Zo mag bonenkruid (Satureja hortensis) in de Middeleeuwen niet aangeplant worden in de kloostertuinen om de monniken niet op verkeerde gedachten te brengen. De Latijnse naam komt overigens van Satyrus of Sater, de liefdesgod, en in het Grieks betekent Saturion ‘met prikkelende werking op de geslachtsklieren’. Werkt het bonenkruid niet echt als afrodisiacum, het zorgt in ieder geval voor een goede vertering, aldus De Bon.
found in ‘Aphrodite’s cupboard’
bonenkruid
De auteurs noemen verder rozemarijn (Rosmarinus Officinalis), in de oudheid het symbool van de liefdesgodin Aphrodite. Het was ook het belangrijkste ingrediënt in een Hongaars drankje ‘Eau de la reine d’Hongrie’, een liefdesdrankje() dat vooral op het einde van de veertiende eeuw faam kreeg toen de oude koningin Elisabeth van Hongarije erin slaagde om de veel jongere koning van Polen voor zich te winnen.
Ook karwij (Carum Carvi) werd vroeger in liefdesdranken vermengd omdat het de huwelijkstrouw zou bevorderen. Het blijkt bovendien de spijsvertering te helpen en het werkt tegen een overdadige lookadem. De liefdesversterkende kracht van Lavas (Levisticum Officinale), een gewas dat tot de selderfamilie behoort, is af te lezen uit de vele volksnamen zoals Manskracht, Lovage, Liebstockel en Love parsley. En munt wordt vooral in Arabische landen beschouwd als een boodschap van liefde of vriendschap. ‘Bouquet de mento, l’amour vous tento’, zo luidt een gezegde uit het Middellandse Zeegebied.
Signatuurleer
De Bon en Geerts noemen ook de signatuurleer, volgens welke aan het uiterlijk en/of de kleur van een plant haar geneeskrachtige eigenschappen kunnen worden afgeleid. Rode zuring is in deze filosofie bijvoorbeeld goed voor het bloed, longkruid (waarvan het blad de vorm heeft van een long) een remedie tegen longziekten, enzovoorts. Planten die min of meer een gelijkenis vertonen met de mannelijke of vrouwelijke geslachtsorganen, worden daarom traditioneel beschouwd als stimulerende middeltjes, en dus als afrodisiaca.
Recept: 40 gram bloemen en blaadjes van de rozemarijnstruik samen met 10 gram lavendelbloempjes gedurende één maand laten trekken met een alcohol van 40 °. Zeven en bewaren op een donkere plaats.
Ook oesters en mosselen hebben hun lustopwekkende reputatie vrijwel zeker te danken aan hun gelijkenis met respectievelijk de vrouwelijke en mannelijke geslachtsorganen. En orchideeën worden geassocieerd met een krachtig liefdesleven omdat de bloemen (met enige fantasie) lijken op een mannelijk orgaan in erectie. De wortels van orchideeën zouden dan weer de vorm bezitten van kleine testikels. Daaraan danken ze trouwens hun naam: orchis betekent testikel. Een geurige en lekkere toepassing van de orchidee in de keuken is de vanilleboon, de gefermenteerde, onrijpe vrucht van een tropische orchidee. Zij dankt haar naam aan het Spaanse vainilla, wat een verkleinvorm is voor vagina, schrijft De Bon. De gedroogde vanillestengel ziet er immers uit als een kokervormige vrucht met overlangse rimpels.
found in ‘Aphrodite’s cupboard’
vanilleboon
Ook asperges worden omwille van hun vorm die lijkt op een penis, van oudsher beschouwd als een afrodisiacum. ‘Eet nooit asperges met de hand terwijl een bevallige jongeling naar u kijkt’, zo waarschuwde Pierre Louys in het begin van de vorige eeuw in zijn Handboek voor etiquette voor jonge meisjes. Het Frans heeft overigens diverse uitdrukkingen die zich bedienen van het Limburgs Goud. Zo betekent ‘aller aux asperges’ zich prostitueren en is ‘il ne faut pas tremper son asperge dans n’importe quel cocquetier’ een waarschuwing enigszins kieskeurig te zijn ten aanzien van je bedpartners. En waarschuwing die duidelijk dateert uit de tijd vóór de penicilline, toen syfilis nog gold als een ongeneeslijke en dodelijke ziekte…
Brandnetels
Bleekselderij heeft volgens de auteurs vanwege zijn gelijkenis met het mannelijke orgaan van alle groenten de meest krachtige reputatie als afrodisiacum en kan in die hoedanigheid in haast alle culturen van de oudheid tot nu terug worden gevonden. Al in het oude Rome schijnt de afbeelding van een bleekselderij het symbool te zijn voor een bordeel. Een geval apart is volgens De Bon de brandnetel. De Romeinse dichter Ovidius gebruikte in zijn Ars Amandi de zaadjes van brandnetel in zijn liefdesdrankje. Terwijl zijn collega-dichter Petronius het aanraadde voor de seksuele stimulatie van ‘oude bokken die nog wel een groen blaadje lusten’: ze dienden zich vóór de liefdesstrijd onder de gordel te geselen met brandnetels. De auteurs constateren droogjes dat ze betwijfelen of dit bepaalde levensgeesten weer opwekt, maar dat vaststaat ‘dat een dergelijke behandeling de huiddoorbloeding stimuleert’.
found in ‘Aphrodite’s cupboard’
bleekselderij
Alcohol: een dubieus geval
Champagne, absint-likeuren, Pastis en diverse andere alcoholische drankjes werden en worden nog steeds als stimulerend beschouwd. In Frankrijk bestond vroeger zelfs een soort brandewijn met een adder erin, ‘aqua vipere’, die als afrodisiacum werd verkocht (een praktijk die nog volop bestaat in Azië, overigens). En in Luxemburg wordt aan de Maitrank (witte wijn met bloempjes van lievevrouwbedstro) bijzondere krachten toegekend. Een paar glazen champagne of wijn kunnen wellicht bepaalde remmingen doen wegvallen, maar in grote hoeveelheden bevordert het zeker niet de seksuele prestaties. Zoals Shakespeare al schreef:
‘It provokes desire, but it takes away the performance’.
Mosterd na de maaltijd
Door Arie van der Ent
Hoe onzinnig de claim dat oesters of asperges lustopwekkend of zinnenprikkelend zouden zijn ons tegenwoordig ook voorkomt, het is nog niet zo heel lang geleden dat grote delen van de bevolking het gebruik van bepaalde ingrediënten juist uit de weg ging vanwege een vermeende ‘prikkelende werking’. Zo maakte ik zelf in de jaren vijftig van de vorige eeuw nog mee dat ik van mijn buurvrouw (iedereen heeft wel een ‘tante’ waar hij zijn benen graag onder tafel schuift ) geen mosterd bij mijn sudderlapjes kreeg. Dat bracht mij maar op verkeerde ideeën, al vond ik het nog zo lekker.
Halverwege de jaren zestig – de Chinees was in opkomst in ons land – stonden nasi en bami ook op de verdachte lijst. Slome Japie – pseudoniem van tekstschrijver en componist Jaap Valkhof – maakte er een liedje over: ‘Ik heb mijn hart op Katendrecht verloren’. Het was een kleine hit in 1965. Kort samengevat: een man zoekt na het bezoek aan een Chinees restaurant verkoeling bij een dame van lichte zeden. Van enig aantoonbaar oorzakelijk verband lijkt mij verder geen sprake, maar het wordt volop gesuggereerd. Het idee dat pepers ‘de zinnen prikkelen’ is overigens al veel ouder. In het aanhangsel ‘Rijsttafel voor Holland’ in het Groot Vegetarisch Kookboek van mevrouw J.M.J. Catenius-van der Meijden (Tweede druk – 1912) vinden we een keur aan Indische recepten die niet alleen geen vlees bevatten, maar waarin ook geen pepers worden gebruikt. Nu was Cato, zoals ze door intimi werd genoemd, nogal conservatief en een fatsoensrakker. Ze ageerde bijvoorbeeld fel tegen seksuele voorlichting voor kinderen. Hoe dan ook: ‘heet in de mond’ werd kennelijk ook toen al als zelfontsteker voor lustgevoelens gezien.
Uiteraard waren er ook in ons land lezers die wél interesse hadden voor de (vermeende) positieve werking van lustopwekkende ingrediënten en recepten. Voor hen bezorgde J.W.F. Werumeus Buning in 1953 de Nederlandse vertaling van één van de beste boeken over ‘liefdesrecepten’ ooit geschreven – Venus in the kitchen or Love’s Cookery Book van Pilaff Bey pseudoniem van Norman Douglas. Uit dit boekje een recept Beignets van Vlierbloesem.
Neem vlier-bloesem en wrijf ze fijn, meng met zachte kaas en gemalen Parmezaanse kaas, verse eieren, een snuifje kaneel, en een paar druppels rozenwater. Maak hiervan een goed samenhangend geheel en vorm het dan tot ronde koekjes of balletjes. Braadt in de boter, serveer heet, met suiker er op gesprenkeld. Dit was populair in de zeventiende eeuw, en het smaakt niet zo slecht als men denken zou.
Gemalen tijgerbotten
Wij mogen dan van onze negatieve dan wel positieve afrodisiacamania verlost zijn (of is dit voor ons mannen overgenomen door de zekerheid gevende Viagra?), in Azië is dat zeker niet het geval. Vaak zitten daar allerlei vermeende opwekkende middeltjes zoals gemalen tijgerbotten of neushoorn-ivoor verborgen in kruidenmengsels waarvan bouillon of thee wordt getrokken, wat ze als zodanig culinair niet bijster interessant maakt. Maar soms moet kennelijk iedere vezel van de smaakzin worden geprikkeld om tussen de oren ook iets zinnenprikkelends te laten gebeuren. Een paar voorbeelden – de lijst is oneindig.
(Konings)cobra
Slangen zoals de cobra worden in diverse Aziatische landen door street food-verkopers gedood, schoongemaakt en bereid waar je bij staat. Het gaat dan meestal om het vlees, dat net als kip weinig vet bevat, caloriearm is en ook nog goed smaakt. Een uitstekende snack dus. Wat je bij deze street food-verkopers niet krijgt is het bloed en de gal. In andere gelegenheden wel – al moet je er flink voor betalen. Het verse bloed wordt toegevoegd aan een glas Maotai (ook wel Moutai, een Chinees destillaat) en dat geeft kracht. De viriliteit daarentegen wordt gestimuleerd door de galblaas te legen in een glas Maotai en direct te drinken.
Niet voor mensen met een zwakke maag
Vogelnestjessoep
Gezien de moeite die genomen wordt voor het verzamelen en bewerken van de nestjes van de gierzwaluw moet de potentie-verhogende kracht van vogelnestjessoep wel heel groot zijn. Mensen hebben er een klein vermogen voor over om dit extreem arbeidsintensieve ingrediënt te kunnen eten. De nesten zijn gemaakt van het speeksel van de gierzwaluw. De nestjes worden compleet handmatig geoogst, bijgewerkt, van alle ongerechtigheden – twijgjes, veertjes en dergelijke – ontdaan en in een mal gedroogd. Om tot slot in de keuken een krachtige kippensoep te verdwijnen. En dan is het gaan, gaan, gaan, de hele nacht maar gaan.
Beste zonder geluid
Balut
Klinkt lekkerder dan het is, want dit betreft de bevruchte eieren van de Mallard-eend. De embryo heeft zich gedurende 15 dagen mogen ontwikkelen voordat hij/zij in het ei gekookt en daarna gegeten wordt. Oorspronkelijk afkomstig uit China, maar Balut wordt tegenwoordig meer in de landen van Zuidoost Azië als street food gegeten, met name in de Filipijnen en Vietnam.
Eerste vier minuten interessant
Zeekomkommer
Vanwege de hoge concentratie aan vitamines en mineralen worden deze slijmerige dieren van de zeebodem geplukt om Aziaten wat meer pit tussen de lakens te geven. Het is trouwens een moeilijk ingrediënt om te verwerken want het heeft eigenlijk geen enkele smaak – de vulling of saus moet het culinaire werk doen. Ondanks de vitamines en mineralen zit ook hier het belangrijkste effect weer tussen de oren – de vorm doet aan een fallus denken.
Keep RUPS alive
FOOD NEEDS TO BE FRESH. THOUGHTS ALSO. BE FRESH, SUPPORT RUPS.
RUPS GASTROSOFISCH PERIODIEK
FOUNDED 2015
A PERCOLATOR FISH CONCEPT
You must be logged in to post a comment.